Galop, een ondergewaardeerde gang?

Het valt mij op dat ruiters in Nederland zich vooral veel bezighouden met de draf. Dat snap ik wel, want bij veel hyperflexibele warmbloedpaarden van tegenwoordig ziet de draf er spectaculair uit. Ook merk ik dat veel mensen galop een moeilijke gang vinden of het niet zo goed durven. Een gemiste kans! In dit artikel zal ik je zo veel mogelijk vertellen over deze gang en waarom je er zeker meer mee moet doen.

Wat moet je weten over galop?

Galop is een drietakt en daarmee een asymmetrische gang. Denk aan het geluid ‘ka-ta-klop’: één, twee, drie. In de linkergalop komt eerst rechtsachter neer, daarna tegelijk rechtsvoor en linksachter en als laatste linksvoor. Op het moment dat linksvoor landt is rechtsachter alweer in de lucht. In de rechtergalop landt eerst linksachter, daarna tegelijk linksvoor en rechtsachter en als laatste rechtsvoor. De galop kent daarna een zweefmoment. De rengalop is een viertakt galop, maar hierover zal ik het niet hebben in dit artikel. In de drietakt galop kun je in het zadel blijven zitten of in verlichte zit gaan staan. De verlichte zit wordt voornamelijk gebruikt bij het springen, eventing of buitenritten.

De wervels van een paard kunnen ten opzichte van elkaar niet zo heel veel bewegen. Maar als ketting kunnen ze een grote beweging tot stand brengen. De beweging van de wervelkolom kan van links naar rechts (buiging), op en neer (flexie en extensie) en roterend zijn. In stap zie je voornamelijk een links-rechtsbeweging,  in draf zowel links-rechtsbeweging als op-en-neerbeweging en in galop zie je de meeste op-en-neerbeweging. In elke gang is er een mate van rotatie.

Valkuilen van de galop

Galop is niet per definitie ‘altijd goed’, ongeacht de kwaliteit. Je hebt geen profijt van de galop als je paard zijn balans en ritme niet kan bewaren. Het is belangrijk om pas in galop aan te springen als je je paard in draf redelijk in balans hebt gebracht. Zorg dat je paard netjes rechtuit op de binnenhoefslag kan, zonder naar buiten of binnen te vallen. Je hoeft niet op de binnenhoefslag te galopperen, maar het is wel een goede test voor de balans van je paard. Geef je paard de ruimte om te ontspannen en zijn hoofd en hals te laten zakken. Pas dan spring je aan in galop.

Tips voor het aanspringen in galop

Behalve de houding van je paard is jouw eigen houding ook belangrijk. Zorg dat je ontspannen en rechtop zit en je je onderrug niet hol maakt. Een ‘bol propje’ is vaak zelfs makkelijker te dragen voor je paard, dan wanneer je je rug hol trekt en lengte wil maken in je hele bovenlichaam. Veel mensen knijpen onbewust met hun benen bij het aanspringen in galop of worden strak in hun heupgewricht. Dat maakt het voor je paard moeilijker om (goed) aan te springen. Spring niet aan ‘op hoop van zege’, maar neem een duidelijk beeld in gedachten en kijk voor je. Denk in het aanspringen niet teveel voorwaarts (let dus op dat je niet voorover gaat zitten), maar juist opwaarts. Geef je galophulp op het moment dat je met je zit naar voren wordt meegenomen door je paard. Leg je buitenbeen iets naar achter, leg je kuiten aan en ga mee met de beweging. Als je veel moeite hebt met goed aanspringen is het handig om een goede instructeur mee te laten kijken die op dezelfde manier traint.

Het kan gebeuren dat je paard snel weer terug valt in draf of juist harder wil, als hij zijn balans verliest in galop. Probeer dit te voorkomen door een licht en gelijk contact te houden op je teugels en zelf goed in evenwicht te blijven zitten. Blijf de hoefslag volgen zolang ritme en balans nog niet vanzelfsprekend zijn en help je paard hiermee. Als je paard terug valt naar draf kun je hem helpen door eerst weer balans op te zoeken en dan nogmaals aan te springen.

Gewenning in galop

Als je niet zo vaak of lang galoppeert kan een minuut galop al voelen als een eeuwigheid. Dat is gewoon even wennen. Je paard moet misschien ook nog wat conditie opbouwen in galop. Jouw diepe buik- en houdingspieren misschien ook, aangezien die wat harder moeten werken in galop. Ga mee met de beweging, zonder te duwen. Denk opwaarts, ook in de beweging in je bekken en hou je onderbeen goed onder je lichaam – laat je niet verleiden tot stoelzit.

Begin gewoon met een minuut galop en breidt dit elke week uit met een minuut meer als je voelt dat jullie er aan toe zijn. Je paard zal steeds beter worden in het behouden van de gebalanceerde, ritmische galop. Valt je paard toch een keer terug in draf? Geen punt. Zoek de balans en ontspanning in draf weer op en vraag dan nogmaals galop. Belangrijk is wel dat je niet blijft doorgalopperen tot je geen kwalitatieve galop meer kunt krijgen door vermoeidheid. Dan ga je aan je doel voorbij. Tip: film jezelf af en toe en kijk het terug om te zien of je dingen kunt verbeteren in jouw houding en hulpen.

Als balans en ritme makkelijker worden kun je oefeningen en figuren toevoegen. Speel met voltes, balkjes of zijgangen, afhankelijk van jullie niveau. Een goede galoptraining biedt andere voordelen dan stap of draf en is daarom een zeer waardevolle toevoeging voor je training.

Meer waardering

Galop is dus gang die, mits goed uitgevoerd, erg veel voordelen met zich mee kan brengen. Verbetering van souplesse, balans, conditie, ritme, bespiering en ademhaling. En niet te vergeten: de verbetering van de draf na een goede galop. Tijd om deze gang wat meer te gaan waarderen als je het mij vraagt!